terug naar het overzicht
De leerlingen ontdekken waar tien (tropische) producten die ze vaak eten vandaan komen en hoe ze groeien. De leerlingen onderzoeken in elk groepje één product. Ze verdiepen zich hierbij ook in de arbeidsomstandigheden van de boeren. Er zijn tien producten. Er wordt dus in maximaal tien groepjes gewerkt.
- De leerlingen weten van een aantal producten die ze zelf eten en drinken van welke tropische plant het een onderdeel is.
- De leerlingen kennen de achtergrond van een tropisch product.
- De leerlingen weten hoe en waar dit groeit en wordt verbouwd.
- De leerlingen weten hoe de grondstoffen worden verwerkt.
- De leerlingen weten wat een Fair Trade keurmerk is en waarom er een prijsverschil is met producten zonder keurmerk.
In de handleiding is een lijst met materialen opgenomen waarmee je de materialen voor de lessen verder kunt aanvullen. - Handleiding
- Werkbladen
- De producten waarmee gewerkt wordt zijn: cacao, kaneel, koffie, kokos, peper, pinda, rietsuiker, rijst, thee en vanille.
|