Doel:

Door met deze kist te werken leren de kinderen over de relatie tussen de bijen onderling, de bijen en de imker en de bij en zijn omgeving.

De Leerlingen leren:

• dat er drie typen bijen zijn, namelijk de koningin, de dar en de werkster.
• dat de werkster achtereenvolgend poetsbij, voedbij, bouwbij, bewaakbij en haalbij is.
• dat de bij eerst een ei, dan een larve en een pop is en dan als jonge bij wordt geboren.
• bij een tekening van een honingbij de kop, het borststuk, het achterlijf, de poten, de angel, de vleugels, de facetogen en de voelsprieten aan te geven.
• cellen in een honingraat te tekenen.
• het proces van bloem tot honing kennen.
• de bij te onderscheiden van de wesp, hommel, zweefvlieg etc.
• dat een  imker zorgt voor het bijenvolk.
• producten van de bijen kennen ( honing, stuifmeel, propolis (soort lijm), koninginne-gelei).
• dat honingbijen niet alleen duizenden bloemen met nectar en stuifmeel nodig hebben, maar ook water, propolis (soort lijm) en een onderkomen.
• welke omgeving geschikt is voor de bij en hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een goede omgeving.
• waarom de bijen belangrijk zijn voor mensen.

Tijdsinvestering:

Zelf te bepalen

Verdere benodigdheden:

Honing en toastjes

Opmerkingen:

Een introductieles van 30 minuten, les 1 (opdrachtencircuit Honingbij) van 1.5 à 2 uur; powerpointles imker van 30 minuten; les 3, leefomgeving (1 à 1,5 uur); en evaluatie met toets (30 minuten)

Inhoud:

De leskist omvat een handleiding inclusief antwoorden opdrachtbladen, toetsbladen met antwoorden, hand-out Powerpoint en usb-stick, een map met opdrachtbladen, toetsbladen, kijkkaarten enz., twee boeken, A3 platen, raten, moerdop, levensstadia, bijenproducten, imker-materialen, enz.