Er staan 8 dieren in de klas. Deze dieren zijn de kluts kwijt! Ze weten niets meer van hun eigen leefomgeving en overlevingsstrategiën. De vraag is of de leerlingen de dieren willen helpen. Per groepje gaan ze een dier helpen. Ze maken een maquette van de leefomgeving. Hierbij kijken ze waar het dier zich prettig voelt, hoe het nest of hol eruit ziet, welke dieren er in dezelfde biotoop wonen en hoe ze overleven ( voeding, voortplanting).

Er zijn twee mogelijkheden om met het lesmateriaal aan de slag te gaan:

1. Verhalend ontwerpen: Als inleiding en vooraf aan ieder lesmoment ontvangen de leerlingen een brief van het dier. In totaal ziijn er, naast de startbrief, 5 brieven. Met iedere brief ontvangen ze een opdracht. Zo leren ze het dier steeds beter kennen en wordt de maquette iedere les uitgebreid. Het verhalend ontwerpen bestaat uit 6 lesmomenten.

2. Verkorte les: Tijdens de inleiding ontvangt de klas een brief. Hierin staat de vraag of de leerlingen willen uitzoeken waar de dieren wonen. Ze krijgen in 1x een overzicht van de informatie die aan het einde van de lessen duidelijk te zien moet zijn  in de maquette en/of de informatiebrief. Ze kunnen gelijk aan de slag. Op deze manier ben je 3á 4 lesmomenten bezig.